donderdag 21 augustus 2008

Reacties van prominenten

Overzichtslijst prominenten
Carel Brendel
Mohammed Jabri (stichting Mirsab)




Reactie van Carel Brendel

Beste Marcel,

Je oproep voor radicale tolerantie komt op een goed moment. Er zit lichte beweging in de vastgelopen stellingenoorlog rond de beladen onderwerpen islam, immigratie en integratie. Het is een goede zaak om het hoofd koel te houden, op te roepen tot een feitelijk en zindelijk debat, om duidelijk stelling te nemen tegen zaken die onze vrije seculiere samenleving bedreigen, maar ook om je niet vast te bijten in onschuldige bijzaken of te vervallen in een cynisch soort racisme.

Het maatschappelijk debat mag trouwens best scherp worden gevoerd. Het liefst wel op grond van feiten en argumenten, niet op grond van veronderstellingen en etiketten. Mensen moeten worden gesteund of veroordeeld in samenhang met hun daden en opvattingen, niet omdat ze 'links'. 'rechts', 'moslim', 'christen', 'seculier', 'allochtoon' of 'autochtoon' zijn.

Eén punt moet we wel van het hart. Je schrijft dat er sprake is van 'fixatie op de Islam'. Wat mij betreft is dat alleen een fixatie op de politieke islam, dat gedeelte van de moslimwereld dat zijn normen en leefregels wil opleggen aan alle moslims en niet-moslims en daarvoor een internationale strijd voert die onze vrije samenleving op termijn kan aantasten. De afvallige, seculiere en liberale moslims dreigen de eerste slachtoffers te worden van de islamisering, die door de intolerante groeperingen binnen de islam wordt nagestreefd. Het is belangrijk om de op vrijheid gerichte moslims te steunen en niet toe te geven aan de eisen van de op onvrijheid gerichte moslims. Juist deze op vrijheid gerichte moslims kunnen een belangrijke rol in het debat spelen. Aan deze vorm van 'fixatie op de Islam' houd ik daarom graag vast.

Concreet betekent dit: ik ben niet tegen de bouw van moskeeën, ik ben wel voor het uitzetten of tot de orde roepen van imams die in de moskee tot onverdraagzaamheid oproepen. Ik ben niet tegen het dragen van hoofddoekjes, ik ben wel tegen het dragen van hoofddoekjes door politiemensen, rechters, wethouders, ministers en andere vertegenwoordigers van de neutrale overheid. Ook ben ik tegen het laten dragen van godsdienstige kleding door schoolkinderen, die zelf nog geen vrije keuze hebben kunnen maken voor een godsdienst of levensbeschouwing.

Ik heb er begrip voor dat een salafistische imam geen wijn wil drinken in een praatprogramma, ik heb er geen begrip voor dat in dat geval de andere deelnemers evenmin wijn krijgen voorgezet. Voor één of twee islamitische kledingsstukken maak ik overigens een uitzondering: de boerka en de niqaab. Deze twee uitingen van Middeleeuwse slavernij horen niet thuis in een vrije democratische samenleving.

Uiteraard ben ik tegen een verbod van de Koran ondanks de vrouwvijandige en haatzaaiende passages in dit religieuze boek. In het Westen hebben de de Hervorming en de Verlichting te danken aan het feit dat mensen de mogelijkheid kregen om zelf kritisch in hun eigen taal de Bijbel te lezen. Allleen een kritische studie van de Koran kan zorgen voor een hervorming binnen de islam. Kortom: Lees dat boek!

Geen strijd dus tegen een godsdienst en zjn gebruiken, wel een strijd op het moment dat een godsdienst en zijn gebruiken de vrijheid van anderen aantasten. Een probleem bij de islam is namelijk dat de gebruiken een centrale rol spelen. Sommige gebruiken zijn zichtbaar en kunnen daardoor een rol spelen bij de sociale controle op gelovigen die van de kudde dreigen af te dwalen. Concreet: ik heb geen bezwaar tegen hoofddoekjes, ik heb wel bezwaren als het dragen van hoofddoekjes er toe leidt dat vrouwen zonder hoofddoekje worden uitgescholden of geïntimideerd. Ik heb geen bezwaren tegen moslims die zich aan de ramadan houden, ik heb wel bezwaren tegen moslims die de ramadan gebruiken om andere, seculiere of liberale moslims, in het orthodoxe gareel te dwingen.

Veel (niet alle) problemen rond immigratie en integratie hangen samen met de onwil van behoudende stromingen binnen de islam om zich aan te passen aan de vrije westerse samenleving. Daarom houd ik vast aan mijn 'fixatie', waarbij ik een open oog probeer te houden voor de enorme diversiteit onder de Nederlandse moslims en de grote inspanningen die velen doen om hier succesvol te integreren.

Verwacht van mij overigens niet dat ik een Pact van Verdraagzaamheid onderteken of opstel. Ik sta op het standpunt dat journalisten onafhankelijk moeten schrijven en alleen bij hoge uitzondering moeten actievoeren en in comité's zitten. Wel zal ik mijn pen gebruiken om met een onafhankelijke en open geest de goede kanten van zo'n pact te belichten, en kritiek te leveren op de minder geslaagde onderdelen.

Tot slot vind ik het jammer dat Marcel Vreemans een pseudoniem is. Het maatschappelijk debat is er bij gebaat dat de deelnemers in alle openheid voor hun mening uitkomen.

Met vriendelijke groet,

Carel Brendel

auteur van Het verraad van links

www.hetverraadvanlinks.nl

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Reactie van Mohammed Jabri
(Mohammed Jabri is oprichter van de stichting Mirsab. Deze stichting biedt o.a. een podium aan Faizel Ali Enait, bekend als de afgewezen sollicitant voor de functie van Klantmanager bij de Rotterdamse gemeentedienst Sociale Zaken (vanwege weigering handen schudden). De heer Jabri laat weten dat Faizel Ali Enait in geen enkel opzicht woordvoerder of vertegenwoordiger is van de stichting Mirsab.)

Beste Marcel,

Op jouw verzoek heb ik je oproep tot een radicale tolerantie gelezen en goed tot me laten doordringen. Ik heb hierbij geprobeerd om alles wat ik al wist even achterwege te laten en je woorden zoveel mogelijk in hun zuiverste intentie te interpreteren, zonder vooringenomenheid, vooroordelen of een sceptische houding tegenover wat ik vooraf al dreig te noemen ‘het zoveelste slappe initiatief om het vastgelopen maatschappelijk debat weer op de rails te krijgen’. Ik moet namelijk toegeven dat de laatste jaren die houding zich nogal eens meester maakt van mijn bui, na het ‘encounteren’ van soortgelijke initiatieven. De meesten van dit soort initiatieven hebben namelijk nooit meer een vervolg gehad, of in ieder geval niet het gewenste effect. Was het anders geweest, had jij je waarschijnlijk niet genoodzaakt gevoeld deze oproep tot radicale tolerantie te doen. Ik ben van nature echt een optimist en geloof altijd weer ‘dat het goed komt’. Maar ook na het lezen van jouw oproep heb ik mijn vraagtekens. Ten eerste bij de gekozen strategie, ten tweede bij de uitkomst.
Terwijl ik jouw oproep tot radicale tolerantie lees, ontkom ik er niet aan te denken dat je eigenlijk niet tot tolerantie maar tot acceptatie oproept. Je draagt een scala aan valide argumenten aan, zoals het Godgegeven recht om jezelf te zijn zoals je wilt zijn en tevens de Godgegeven verplichting om anderen te accepteren zoals zij zijn.

Als moslim zou ik nu heel makkelijk in de slachtofferrol kunnen kruipen en roepen dat dit nu precies is wat de meeste moslims in Nederland willen: niet gediscrimineerd worden op geloof, kleding of zelfs afkomst. En ook niet als groep aangesproken worden vanwege de actie(s) van een individu.

Aan de andere kant van ‘de loopgraven’ (zoals jij al dramatisch verwoordde) wordt die slachtofferrol net zo makkelijk ingenomen: ‘we worden hier beroofd van onze vrijheden, waar onze (groot)ouders voor hebben gestreden, en hier en daar zelfs het leven hebben gelaten’.

Hier bovenop wordt het gedrag van een groep criminele jongeren als argument aangedragen. Gooi daarop de gebeurtenissen tussen Israël en de Palestijnen, de situatie in Irak en Afghanistan, de Amerikaanse zucht naar werelddominantie, de ons eeuwig bezig houdende vraag over buitenaards leven, het Nederlands fileprobleem en de almaar stijgende olieprijzen: je hebt dan al gauw een oeverloze discussie waarin de gemoederen goed verhit kunnen raken, waarbij in de beleving van de moslims alle schuld in de schoenen van de islam wordt geschoven en in de beleving van alles wat niet-moslim is het lijkt alsof alle problemen rondom de hypotheekrenteaftrek en het falen van de carpoolstrook op de snelweg A1 zijn ontstaan in Jeruzalem.

Ik wil maar zeggen: met de onvoorwaardelijke toegang tot nieuwe media-instrumenten hebben we elkaar goed weten te overspoelen met informatie en is er nauwelijks tijd over om deze informatie goed te analyseren en een goedgefundeerde conclusie te trekken. We nemen alles wat ons wordt voorgeschoteld voor waar aan en baseren onze vervolgacties dan ook daarop, met desastreuze gevolgen van dien.

Ik zal als eerste op de voorste rij erkennen dat de Nederlandse moslimgemeenschap problemen heeft: problemen zoals iedere andere bevolkingsgroep bij tijd en wijlen kent. Het moge duidelijk zijn dat deze gemeenschap moeite heeft met het oplossen van deze problemen maar het is onredelijk te denken dat dit binnen een week is geregeld. Binnen de intellectuele islamitische wereld zijn er namelijk zeer verhitte debatten aan de gang over de toepassing van islam in de westerse openbare ruimte, waarbij de fundamentele verworvenheden waarover jij rept in je oproep juist de kern van de zaak zijn: in vele andere landen dienen die verworvenheden nog steeds verworven te worden en staat het aanleren van het concept ‘pluralisme’ nog steeds op basisschoolniveau.

Tegelijkertijd stagneert het besef hiervan onder de Nederlandse moslimgemeenschap, omdat ‘de andere kant’ dit aspect als argument gebruikt in het Nederlands maatschappelijk debat: ‘jij als moslim bent achterlijk omdat wij pluralisme kennen en in jouw thuisland bestaat dat nog niet’. Moreel gezever, en volledig uit zijn plaats. Iemand die zo tegen mij begint of op die wijze in het debat komt te staan kun je niet serieus nemen en wil je niet meer naar luisteren. En wanneer de bereidheid tot luisteren verdwijnt, ontwikkelt dit hele gebeuren zich tot op een punt dat ene Marcel Vreemans zich genoodzaakt ziet een oproep tot radicale tolerantie te doen en zich daarbij beroept op zijn recht op erkenning van zijn menselijke waardigheid en zijn verplichting de menselijke waardigheid van anderen te erkennen; je zou denken dat je dit van huis uit behoort mee te krijgen. Ondanks dat ik het woord ‘tolerantie’ een smerig woord vindt, heb je mijn steun al gewonnen. Temeer mijn streven naar acceptatie van Nederlandse moslims, als onderdeel van de Nederlandse samenleving, moslims waarvan ik weet dat die als eerste op de bres springen voor dit land als de Duitsers en de Oostenrijkers het weer eens op hun heupen mochten krijgen, mensen die weliswaar de Nederlandse afkomst niet hebben maar met behoud van trots op hun afkomst in combinatie met hun Nederlands burgerschap niet minder Nederlander zijn… dat streven is helaas een utopie, en dat besef ik me iedere dag weer steeds meer. Omdat de tolerantie al moeilijk op te brengen is, was het van mezelf een tikkeltje naïef te denken dat moslims volledig geaccepteerd zullen worden en die strijd heeft zich verschoven naar een strijd die meer lijkt op een dweilen met de kraan open. Geradicaliseerd als dat ik ben door dit allemaal heb ik de juridische wapens opgepakt en bind mijn organisatie (Stichting Mirsab) de strijd aan met alles wat juridisch geïnterpreteerd kan worden als discriminatie van moslims. Want succes met een bomgordel maakt tegenwoordig nou eenmaal minder indruk.

Ik ben een groot voorstander van een zogenaamd ‘Pact van Verdraagzaamheid’, zoals ik voorstander ben van alles wat het leven van mijzelf en mijn medemens ook maar een beetje beter kan maken. Ik ben dan ook benieuwd naar de concrete uitwerking van dit pact maar tegelijkertijd ben ik ook sceptisch over het slagen ervan. Nederland zit ondertussen nou eenmaal vol met onverdraagzame mensen, die een zwarte muur om hun hart hebben gebouwd en zelfs het fysieke gevecht met je willen aangaan voor de zuurstof die je inademt.

Men noemt mij weleens ‘een radicaal’, niet omdat mijn standpunten nou zo baanbrekend zijn maar slechts om het feit dat ik weet waar ik voor sta en dat ook duidelijk uitdraag, handig gebruikmakende van mijn recht op vrijheid van meningsuiting. Andere moslims doen dit ook. Het gevoel dat er bij de zogenaamde Nederlandse moslimvoorhoede leeft is dat wanneer ‘wij’ gebruik maken van die vrijheid van meningsuiting, wij als zogenaamde ‘moslimvoorhoede’ ons geïsoleerd voelen. Mij bekruipt dan het gevoel dat er zeer invloedrijke elementen in de Nederlandse samenleving rondlopen die het best vinden dat moslims een eigen mening hebben, zolang die maar niet teveel afwijkt van de mening die de norm is. Om die reden alleen al neemt deze moslimvoorhoede de zelfbenoemde ‘beschermers van het vrije woord’ al niet meer serieus, omdat deze mensen juist ‘het vrije woord’ gijzelen en precies datgene doen waar zij moslims nogal eens van beschuldigen: het beperken van het uitoefenen van je recht op vrijheid van meningsuiting. Maar goed, ik wil niet al teveel in de slachtofferrol kruipen; ik oefen dat recht op vrijheid van meningsuiting toch wel uit en doe dat precies zoals ik dat wil.

Na het lezen van je pleidooi voor tolerantie is dit de eerste reactie die ik er op wil geven. Ik zou echter een veel betere en meer inhoudelijke reactie kunnen geven zodra ik een concrete uitwerking van jouw Pact van Verdraagzaamheid heb gezien. Ik steun dus bij voorbaat al jouw inspanningen, omdat ik geloof dat je dit met de juiste intenties doet en ben, afhankelijk van de inhoud van dat Pact, bereid dit te helpen verspreiden onder het deel van de moslimgemeenschap waartoe ik toegang heb.

Met vriendelijke groet,

Mohammed Jabri
Publicist en Bestuurscoördinator Stichting Mirsab